Loenen aan de Vecht of Loenen, is een dorp in de gemeente Stichtse Vecht, in de Vechtstreek in de Nederlandse provincie Utrecht. Het dorp ligt aan de rivier de Vecht en het Amsterdam-Rijnkanaal. Ten oosten van Loenen liggen de Loosdrechtse Plassen.
Het dorp, inclusief de buurtschappen Kerklaan, Oud-Over en Mijnden, heeft 4303 inwoners .[1] Het dorp was de hoofdplaats van de voormalige gemeente Loenen.
De naam Loenen stamt af van de oude benaming Lona. Deze naam is terug te vinden op een oude schenkingsakte van 21 april 953.[2][3]
De naam Lona is afgeleid van het Duitse Lo hetgeen bos betekent, met de toevoeging na, zoals ook voorkomt in Hattna en Marsna . Het woordje lo kennen we in diezelfde betekenis in Venlo, Lopik, Het Loo en vele dergelijke namen. In de loop van de tijd werd Lona verbasterd tot Loenen.
Een alternatieve verklaring is dat de naam betrekking heeft op een oude waternaam voor de rivier de Vecht, mogelijk terug te voeren op de Indo-Europese wortel leu/lu hetgeen "modder" betekend.[4]
Een reden dat archeologen weinig vinden langs de Vecht is de baksteen- en dakpannenindustrie die in later tijden dikke lagen klei afgeticheld heeft en zo zijn waarschijnlijk veel voorwerpen verloren gegaan.
De eerste vermelding van Loenen in de geschreven geschiedenis dateert uit het jaar 953. In een oorkonde uit dat jaar schenkt koning Otto I aan de St.-Maartenskerk te Utrecht landerijen, gelegen te Loenen aan de Vecht, welke voorheen een zekere graaf Hatto hadden toebehoord: "terram, quam Hatto comes in Lona habuit".[3]
De neef van Gijsbrecht IV van Amstel, Gerard van Velsen, vluchtte na de moord op Floris V naar kasteel Kronenburg in het Stichtse Loenen. Hij werd echter achtervolgd en vermoord. Kasteel Kronenburg en een deel van Loenen en omgeving werden toen bij Graafschap Holland ingelijfd; dit gedeelte van Loenen, het "Gerecht Cronenburgh", is tot 1819 bij Holland gebleven, en daarna weer met Utrecht herenigd.
In 1426 bleef een strijd om het bisschopsambt in Utrecht ook voor Loenen niet zonder gevolgen. Bij de Vecht vond een veldslag plaats, waarbij minstens 17 doden vielen.[5]
In 1578 werd in Loenen als een van de eerste plaatsen langs de Vecht de kerk overgenomen door de protestanten: de Reformatie.
In het rampjaar 1672 werd het kasteel Kronenburg door de Fransen verwoest. De restanten werden verbouwd tot buitenplaats. Zoals zovele buitenplaatsen raakte het huis in de 19de eeuw in verval. Het werd in 1837 gesloopt.
In de Gouden Eeuw lieten veel rijke Amsterdammers een buitenplaats langs de Vecht bouwen. Ze verruilden de stad voor een landelijke omgeving. Om de buitenhuizen lieten zij tuinen en parken aanleggen. Op de buitenplaatsen werd vaak ook een koetshuis, oranjerie of theekoepel gebouwd.
In 1930 woonden er 1364 personen in Loenen aan de Vecht, in 1937 waren dat er 1417 en in 1940 telde Loenen 1402 inwoners.[6]
Het einde van de Tweede Wereldoorlog werd in Loenen aan de Vecht gekenmerkt door twee ingrijpende gebeurtenissen. De Duitse bezetter eiste in het voorjaar van 1945 dat de ophaalbrug tussen Loenen en Oud-Over werd afgebroken. Pas vele jaren later is deze brug, nu breder dan voor de oorlog, herbouwd. De tweede ingrijpende gebeurtenis betreft de dorpskerk. Op 11 juni 1945 brandden het middenschip en de kruisbeuken volledig uit. Deze brand had verder geen verband met oorlogshandelingen. Het herstel van deze kerk heeft jaren geduurd.[7]
In de jaren 50 is het oude dorp Loenen uitgebreid met het niewbouwplan Rijzicht: de Koningin Wilhelminaweg, Koningin Julianaweg, Prinses Margrietlaan, Prinses Irenelaan en de Prinses Beatrixweg. In de jaren 80 volgde het plan Hoefijzer met alle daarbinnen liggende 'hofjes'.[8]
In 2010 is de eerste fase van de nieuwbouwwijk Cronenburgh opgeleverd. In totaal zullen tot 2014 ruim 200 woningen worden gebouwd, waarin circa 700 nieuwe inwoners verwacht worden.
Het huidige dorp Loenen kan gekenmerkt worden als een forensendorp. Veel van de inwoners werken in nabij gelegen steden als Hilversum, Utrecht en Amsterdam.
Loenen aan de Vecht huisvest 391 bedrijven met 866 banen. Het dorp kent een opvallend hoog aantal eenmansbedrijven of zzp'ers; 10% van de inwoners is ingeschreven als zzp'er[9]. Het percentage inwoners met een uitkering is in Loenen a/d Vecht 1,1%.[10]
Loenen ligt in de driehoek Hilversum, Utrecht, Amsterdam, centraal in Nederland. Het dorp is goed bereikbaar met auto en bus. De trein kan vanaf station Breukelen worden gebruikt.
Binnen afzienbare tijd is met de auto de A2 bereikbaar via een oprit bij Vinkeveen voor een snelle Noord-Zuid verbinding. Voor de west-oost verbinding zorgt de N201 aan de Noordzijde van het dorp. Er komt een rondweg rond het dorp, deze is naar verwachting eind 2014 klaar.
In het dorp rijden bussen van Connexxion:
In de buurtschap Kerklaan 1 kilometer buiten Loenen is een busstation voor het overstappen tussen de bussen Amsterdam–Utrecht, Mijdrecht–Hilversum en Weesp–Vreeland.
De Vecht was in het verleden een belangrijke vaarroute als deel van de Keulse Vaart. Later werd het Merwedekanaal aangelegd, de voorloper van het Amsterdam-Rijnkanaal. De Vecht is nu alleen nog in gebruik voor recreatievaart.
De dorpskern van Loenen is vanwege de goed behouden gebleven historische bouwwijze sinds 1966 een beschermd dorpsgezicht. Het middelpunt van dit beschermd dorpsgezicht is de 600 meter lange dorpsstraat die parallel aan de rivier de Vecht loopt, met de daaraan gelegen monumentale panden en de dominerende kerk waarvan het oudste gedeelte van vóór 1300 dateert.
De plaats Loenen aan de Vecht telt 144 inschrijvingen in het rijksmonumentenregister. Zie Lijst van rijksmonumenten in Loenen aan de Vecht voor een overzicht.
Bezienswaardigheden in het dorp zijn:
Beide kastelen die in Loenen aan de Vecht gestaan hebben, zowel Kasteel Kronenburg als Huis te Velde zijn verdwenen uit het dorpsgezicht.
Loenen aan de Vecht is bekend door de vele buitenplaatsen langs de rivier de Vecht, met hun karakteristieke oriëntatie op de rivier. Deze buitenplaatsen werden in de 17de en 18de eeuw door rijke Amsterdamse kooplieden langs de Vecht aangelegd, waar zij de zomers doorbrachten. Langs de rivier de Vecht staan nog verschillende buitenplaatsen binnen de grenzen van het dorp:
Er zijn een winkelcentrum en losse winkels rondom de Rijksstraatweg.
Het dorp kent veel horeca, vooral restaurants. Er is een bibliotheek, kinderopvang, sportterrein "De Heul", woon-zorgcomplex ´t Kampje, een huisartsenpost en drie basisscholen: OBS Graaf Floris, Daltonbasisschool Podium en RKS Sint-Ludgerus.
In cultureel centrum 't Web is een ontmoetingscentrum voor een aantal verenigingen en clubs uit Loenen en omgeving. Daarnaast is het ‘t Web een gelegenheid voor bruiloften, recepties, jubilea, condoleances, vergaderingen en feestavonden.
Loenen aan de Vecht is gelegen aan het Floris V-pad , een langeafstandswandelpad dat over een lengte van 244,5 kilometer loopt van Amsterdam naar Bergen op Zoom. De route is in beide richtingen met wit-rode tekens gemarkeerd en in een gidsje beschreven. Bij Loenen loopt de route direct langs de Vecht over het voormalige jaagpad.
Loenen ligt ook aan het Waterliniepad . Het Waterliniepad is een Streekpad met een lengte van 145 kilometer van Weesp naar Werkendam.
In Loenen zijn verschillende sport- en recreatieverenigingen actief:
Op de rivier de Vecht en daar langs, evenals in het monumentale en historische dorp is sprake van kleinschalige recreatie en toerisme . Het dorp Loenen heeft aanlegplaatsen voor pleziervaart langs de De Vecht. In de zomer heerst er op het water en op het land een toeristische drukte. Ook is er een ruim aanbod van georganiseerde varende gezelligheid. Diverse rederijen bieden vaartochten over de Vecht aan met complete culinaire verzorging.
Als het 's winters koud genoeg is, wordt er op de omringende plassen en heel soms op de Vecht geschaatst.
Elke vrijdag na Hemelvaart is er een jaarmarkt. Koninginnedag en Bevrijdingsdag worden uitgebreid gevierd met een feestweek.
De wekelijkse markt vindt elke dinsdag plaats van 09.00-13.00 uur op de Spinnerie tegenover Dorpshuis ’t Web.
Loenen heeft twee restaurants met een Michelinster: Tante Koosje en 't Amsterdammertje.
Beluister
Bron: wikipedia.